De Raaf

3 april 2020

Het is bewolkt en het regent licht. De lente zit in de lucht maar het is verstild, wat fris en somber weer. My kind of weather, waarop ik regelmatig te horen kreeg dat ik niet spoorde als ik dat uitsprak. Het bleek makkelijker om het niet meer te zeggen en met mensen mee te praten die zeiden dat licht, droog en zonnig 'goed', en donker, regenachtig en bewolkt 'slecht' weer is. Waarschijnlijk om aardig en leuk gevonden te worden en het idee te krijgen dat ik heel erg wel spoorde. Ironisch, want wat spoort er aan dit te zeggen terwijl je iets anders vindt? En ik doe de natuur en mezelf daarmee tekort want ik hou behalve van zon ook van regen, bewolking, mist, sneeuw en onweer. Van licht en schaduw.

 

Gisteren leek het of ik in een soort hiaat terecht was gekomen. Alsof ik niet bij iets maar alleen bij mezelf hoorde. Het voelde een beetje vreemd. Anders en tegelijk vertrouwd. Het was er stil, rustig. Niet blij, niet down, maar ergens ertussen in. De ruimte tussen Clair en Obscur wellicht. Ergens waar het elkaar raakt denk ik, want het raakte me wel. Het gevoel kreeg ik na de zoveelste dosis instant  saamhorigheids propaganda voorbij te zien komen. Geen idee wat ik daar mee moet en wat er de bedoeling van is.. Dat we allemaal hetzelfde gaan zeggen en doen? Waarom behoeft zoiets vanzelfsprekends überhaupt zoveel reclame?  Persoonlijk zeggen die berichten me weinig want als er een ander geluid valt lijkt er van samen horig zijn weinig sprake.

 

Ik was  dus één en samen met mezelf en deed mijn ogen dicht. Achter de ruis was er stilte, een niet iets. En vanuit dat niet iets kwam ze tevoorschijn. De raaf van de wandeling gisteren. Van veel wandelingen afgelopen paar jaar. Pontificaal, recht voor me. Tijdloos, stil en magisch, zittend in een donkergroene naaldboom. Ik keek in de mysterieus donkere ogen en diep zwarte veren. Met daarin talrijke kleuren verborgen, als je dieper kijkt..