27 juli 2020
Vanochtend dacht ik terug aan een incident uit de tijd dat ik als secretarieel medewerker voor een GGZ instelling werkte in een gebouw waar Zonnelust op stond. Zoals de naam niet doet vermoeden heerste er een unheimische, zelfs wat spookachtige sfeer in en rondom het gebouw wat het tot een intrigerende werkplek maakte. Het secretariaat zelf was zo niet nog beklemmender. Een gedateerde sombere ruimte tussen een voormalig separeercel en medicatiekamer in. Het enige opbeurende aan de ruimte was dat je een deur kon openzetten naar een tuintje, die in het voorjaar opmerkelijk vol met blauwe vergeet-mij-nietjes stond. Dat trof me in de context en daarom heb ik er foto's van gemaakt, zodat ik ze niet zou vergeten.
Zoals op alle werkdagen liep ik op een ochtend door de laan met oude metershoge naaldbomen aan weerszijden naar Zonnelust. Ik kwam een man tegen die daar vermoedelijk opgenomen zat. Hij riep, in mijn beleving, willekeurige woorden uit. Toen we op begroetingsafstand waren en ik goedemorgen zei, stak hij z'n hand omhoog en riep hij enthousiast 'filosoof' terug. Huh?, dacht ik, apart.. en ik moest er in mezelf best om lachen. Maar ik ben het nooit vergeten.
Soms nam ik een andere route, langs een weiland met verschillende dieren erin. Op een dag zag ik in het weiland een bewoner van de instelling zitten op een stoel. Ze was een geitenbok aan het borstelen. Er was iets bijzonders aan. Een onderlinge verstandhouding, iets heel eigens met elkaar straalden ze uit. Ik werd er stil van. Alsof ze zonder woorden van elkaar wisten wat ze nodig hadden en vooral ook, wat niet. Toen er bezuinigd moest worden verdwenen de dieren van het terrein. Wat is hier nu eigenlijk ziek dacht ik vaak...Hoe dan ook, de vergeet-mij-nietjes, de originele begroeting en het beeld van de vrouw en de geit zal ik nooit vergeten.